Mij zal niets ontbreken

11 Der XXIII. Psalm Der HERR ist mein Hirte, mir wird nichts mangeln. Er weidet mich auff einer grünen awen und füret mich zum frisschen wasser. Er erquicket meine seele, Er führet mich auff rechter strasse umb seines namens willen. Und ob ich schon wandert im finstern tal, fürchte ich kein unglück, denn du bist bei mir, Dein stecken und stab trösten mich. Du bereitest fur mir einen tisch gegen meine feinde, Du salbest mein heubt mit öle und schenckest mir vol ein. Gutes und barmhertzigkeit werden mir folgen mein leben lang, Und werde bleiben im Hause des HERRN imerdar. Psalm 23 (naar de vertaling van dr. Maarten Luther) De Heere is mijn Herder, mij zal niets ontbreken. Hij weidt mij in een groene landouw en leidt mij naar het frisse water. Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij op de rechte weg om Zijns Naams wil. En al ga ik ook in het duistere dal, dan vrees ik geen ramp- spoed, want Gij zijt bij mij, Uw stok en staf vertroosten mij. Gij bereidt voor mij een tafel tegen mijn vijanden, Gij zalft mijn hoofd met olie en schenkt mij overvloedig in. Het goede en de barmhartigheid zullen mij volgen mijn leven lang, En ik zal voor altijd in het huis des Heeren blijven.