Met heil bezocht

13 - 1 - Van oude tijden af E EN heerlijkheid op het eiland Tholen.’ Zo beschrijft A.J. van der Aa in zijn Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden het dorp Poortvliet. Klein van oppervlakte. Er staan slechts 156 woningen. In die tijd, zo rond 1840, was het niet ongebruikelijk dat er meer dan één gezin achter dezelfde voordeur huisde.Ouders namen grootouders in, getrouwde kinderen boden ouders onderkomen.Zodoendewoonden er 230 gezinnen in het dorp of kort daarbuiten in ‘eenige verstrooid liggende huizen.’ VanderAa telde1190 inwoners,vanwie er 1150 tot deHervormdeKerk behoorden. Iets minder dan de helft vormde de kern van belijdende leden. En de overige veertig inwoners? Rooms. Nee, in Poortvliet is naast de Hervormde kerk geen ander bedehuis. De roomsen gaan met de koets naar Tholen. Als ze al gaan.Want slechts enkelen beschikten over eigengerij.De bevolkingbestaat niet uit vele rijken en vele edelen. Eenvoudig volk, daar op Poortvliet. De meeste mensen verdienen de kost in de landbouw. Een paar welgestelde boeren in de polder bieden arbeidsplaatsen aan eenvoudige arbeiders. Meestentijds in zomer en herfst. En ’s winters? Dan is het onder de arbeiders veelal armoe troef. Zeehaven Poortvliet heeft andere tijden gekend. Ooit was het welvarend, toen het dorpnog een zeehavenhad.Danhebbenwe het over de eerste helft van de vijftiende eeuw. De Staten van Holland en Zeeland besloten in 1438 om hun gebied te beschermen tegen vijandelijkheden. Hoe? Elke stad en dorp die aan zee waren gelegen of in open verbinding met de zee stonden, moesten naar draagkracht één of meer oorlogs- schepen leveren. Poortvliet kwam er met één oorlogsbodem van af.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==