Prooi

17 baar. Ik weet gewoon niet wat er aan de hand is,’ vervolgde hij met een somber gezicht. ‘Ik zit te denken aan de mogelijkheid van een grote natuurbrand. Je ziet bij dergelijke rampen vaak in paniek vluchtende dieren en grote zwermen vogels.’ ‘Dat verklaart de trillingen niet,’ antwoordde Brian. ‘Bij een natuurbrand ontstaan geen trillingen, tenzij er iets ontploft in de vuurlinie, maar een ontploffing duurt geen twintig minuten.’ ‘Inderdaad,’ mompelde Andrew. ‘Daarom weet ik niet wat er aan de hand is.’ ‘Wat dachten jullie van een lawine?’ vroeg Peter. Andrew schudde zijn hoofd. ‘Voor een lawine trekken de vogels niet weg. Eén ding is zeker, het wild reageert niet voor niets zo. Ik ga een rondje door het dorp lopen om te kijken of ik iets vreemds kan ontdekken. Gaan jullie mee?’ ‘Laten we dat maar doen,’ antwoordde Brian. Peter knikte instemmend. Ze liepen door de uitgestorven winkelstraat naar de kam- peerplaats waar het vol stond met campers en caravans. Het was hoogseizoen en er waren momenteel meer toeristen dan inwoners in Waterton. Normaal woonden slechts rond de honderd mensen permanent in Waterton, maar in de zomer groeide dat aantal tot boven de driehonderd, door mensen die hier een tweede woning hadden. Zwijgend liepen ze door het dorpje en alert keken ze rond. ‘Het is opvallend rustig,’ zei Brian zachtjes. ‘Ik heb nog geen beest gezien. Ik struin regelmatig laat in de avond buiten rond en dan wemelt het van de knaagdieren en herten.’ Andrew knikte. ‘Dat was mij ook al opgevallen. Het lijkt erop dat ze gevlucht zijn, of zich schuilhouden.’ Ze liepen nu langs de standplaats voor de campers en caravans en ze zagen een man met twee kleine honden hun richting opkomen. ‘Goedenavond heren,’ groette hij. ‘Goedenacht is het inmiddels. Nog laat op pad?’ reageerde Andrew.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==