Prooi

12 Hoofdstuk 1 Twee weken later A NDREW SMITH WERD WAKKER en wist dat er iets mis was. In de periode dat hij als Groene Baret acties achter vijandelijke linies uitvoerde, was een van zijn zintuigen geoefend en gepolijst tot een belangrijk wapen tegen acuut gevaar. Al vele malen had zijn buddy, zoals hij dit zintuig noemde, hem het leven gered. Hij had dan ook afgeleerd om de boodschap te negeren die zijn tintelende haarwortels hem soms gaven. Andrew bleef, in tegenstelling tot wat zijn reflexen hem ingaven, stil in zijn bed liggen en speurde met zijn ogen langs het plafond, op zoek naar de daar geprojecteerde tijd. Het was 23.46 uur en hij had dus nog geen uur geslapen. Dit was voor hem het tweede signaal dat er iets niet klopte. Zijn zintuigen werkten op volle toeren. Hij luisterde scherp of hij iets verdachts hoorde. Na vijf minuten tilde hij langzaam zijn hoofd op en keek over zijn dekbed de kamer in, op zoek naar de oorzaak van zijn versnelde hartslag. Het maanlicht kwam als een versluierde lichtstraal tussen een spleet in het gordijn zijn slaap- kamer binnen waardoor de contouren van de inrichting vaag te onderscheiden waren. Er was niemand. Na een paar stille minuten ging hij voorzichtig overeind zitten, bracht zijn benen over de rand van het bed en ging staan. Toen voelde hij het: de vloer trilde, heel licht. Andrew trok zijn wenkbrauwen op en probeerde te achterhalen

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==