Biddend belijden

- 20 - b i d d e n d b e l i j d e n ons te willen zorgen in voor- en tegenspoed. God de Zoon verzegelt ons in deDoop dat Hij onswast in Zijn bloed van al onze zonden, ‘ons in de gemeenschap van Zijn dood en van Zijn wederopstanding inlijvende, alzo dat wij van al onze zonden bevrijd en rechtvaardig voor God gerekend worden’. Christus zegt ons de reini- ging van al onze zonden toe, en de bevrijding daarvan. God de Heilige Geest verzekert ons door dit heilig sa- crament dat Hij in ons wonen en ons tot lidmaten van Christus heiligen wil, ‘ons toe-eigenende hetgeen wij in Christus hebben, namelijk de afwassing van onze zon- den en de dagelijkse vernieuwing van ons leven, totdat wij eindelijk onder de gemeente der uitverkorenen in het eeuwige leven gesteld worden’. De Heilige Geest belooft toe te passen, ons persoonlijk door een waar geloof deel te geven aan wat Christus verworven heeft. Deze rijkdom wordt ons in de Doop beloofd. De Doop is niet de afwassing van de zonden zelf. Er is een duidelijk verschil tussen de toezegging of de schenking van het heil in de beloften en het deelachtig worden daarvan door het geloof. Je kunt het vergelijken met een cheque waarop een geldbedrag staat vermeld. Met het ontvan- gen van zo’n cheque heb je het geldbedrag nog niet, ook al staat je naam erop en een handtekening van degene die de cheque heeft uitgeschreven. Die cheque moet verzilverd worden. Wie hem in de kast laat liggen, ont- vangt niets. Wie niet met zijn Doop werkzaam wordt, blijft een arm, verloren mens. De rijke beloften van de Doop moeten in ons leven vervuld worden, en dat doet de Heere in de weg van geloof en bekering.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==