Biddend belijden

- 14 - b i d d e n d b e l i j d e n heel wat keren in ons leven terug. Bij allerlei officiële momenten en op allerlei officiële papieren. Eigenlijk word je dan telkens aan je doop herinnerd. Ook in Gods huis klinken ze bij officiële gelegenheden. Als we ons jawoord moeten geven op de belijdenisvragen, dan ge- beurt dat na het noemen van onze doopnamen. Vaak worden die namen aangehaald in een trouwdienst of bij het aanvaarden van een ambt. Bij het bekendmaken van onze geboorte in de kerk zullen deze namen ook zijn genoemd, maar vooral toen we als baby voor het eerst in de kerk gebracht werden om gedoopt te worden. We hoefden toen zelf geen jawoord te geven; dat deden vader en/of moeder. Onze namen werden toen samen genoemd met de namen van de Drie-enige God. Dat is al van grote betekenis! Uiteindelijk gaat het om de Namen waarin we gedoopt zijn: de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De naam van de predikant die je doopte, en vaak die van de scriba van de kerkenraad, staan onder aan de doop- kaart. Die namen zijn niet belangrijk. Of nu een predi- kant van naamof een predikant die wat minder bekend- heid geniet je gedoopt heeft, maakt niet uit. Daardoor krijgt de Doop niet meer of minder betekenis. Ambts- dragers zijn geroepen om de Doop te bedienen en toe- zicht te houden dat de bediening van dit sacrament op een eerbiedige wijze plaatsvindt. Doopdatum en dooptekst We blijven nog even kijken naar je doopkaart - tenmin- ste, als je hem gevonden hebt! De datum waarop je ge- boren bent en je geboorteplaats staan erop, maar ook