Hoop op God sla 't oog naar boven

– 6 – I K vraag u of u bidt, omdat het gebed absoluut noodza- kelijk is voor het behoud van een mens. Ik zeg bewust: absoluut noodzakelijk. Ik zeg dat als een goede raad. Ik heb het niet over kinderen, of over mensen die ontoe- rekenbaar zijn, of over heidenen. Ik weet dat het waar is dat van hen die weinig ontvangen hebben, ook weinig geëist zal worden. Ik spreek nu over hen die zichzelf christen noemen. En van die mensen zeg ik dat zij niet behouden kunnen worden als ze niet bidden. Door genade kunnen wij behouden worden, dat geloof ik zeker. Aan de grootste zondaar die ooit geleefd heeft, zou ik van harte een vrije en volle vergeving verkondi- gen. Als ik bij zijn sterfbed zou staan, zou ik niet aarzelen om te zeggen: ‘Geloof in de Heere Jezus, en u zult zalig wor- den.’ Maar dat iemand behouden kan worden zonder erom te vragen, dat staat nergens in de Bijbel. Dat iemand vergeving van zonden kan ontvangen ter- wijl zijn hart niet opgewekt wordt om te zeggen: ‘Heere Jezus, wilt U het mij geven’, dat kan ik ook nergens in de Bijbel vinden.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==