Leer mij volgen

12 tegenover zijn bed hing: ‘Doch mijn God zal naar Zijn rijkdom vervullen al uw nooddruft in heerlijkheid door Christus Jezus’ (Filipp. 4:19). Moeder was 43 jaar toen ze weduwe werd en ze leefde nog 43 jaar. Haar kracht op die lange weg lag in het geloof dat volgen mocht. Aan het einde van het eerste volle jaar van haar we- duwschap riep ze me bij zich op de oudejaarsdag. Ze vertelde hoe de Heere die morgen tot haar gekomen was met de vraag: ‘Heeft het u aan iets ontbroken?’ Met volle vrijmoedigheid had ze mogen antwoorden: ‘Nee Heere, meer dan een Vader zorgde Gij.’ En het was echt geen gemakkelijk jaar geweest, met veel moeite, zorg en verdriet. Aan het einde van haar lange leven kon ze niet meer zelfstandig blijven wonen. Juist toen het nodig was, bleek er een plaats voor haar te zijn in een zorgcentrum, waar men haar ook de noodzakelijke zorg en begeleiding kon bieden. In die week had ze een preek gehoord over Ruth 3. Toen we na het bezichtigen van haar toekomstige kamer naar huis reden, hoorde ik haar ineens zeggen van achter uit de auto, waar het eerst stil was geweest: ‘Die man zal niet rusten, tenzij dat hij heden deze zaak voleind hebbe’ (Ruth 3:18). Dat was haar levensgeheim. Hij baande de wegen en zij mocht volgen. Ik vertel deze dingen om te laten zien dat het bij het volgen van de Heere gaat om hele centrale levensvragen en om hele concrete en praktische zaken. Om de zorg voor ons dagelijks brood en om de vragen van dood en eeuwigheid. Daarbij kan de vraag gesteld worden of dat volgen vandaag moeilijker is dan het vroeger was. Die vraag moeten we maar niet te vlug

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==