Leer mij volgen

16 Je begrijpt dat wel wanneer je even nadenkt. Stel je maar eens voor dat je in een stad loopt waar je de weg niet weet. Je vraagt iemand of hij je de weg kan wijzen en die ander zegt: ‘Loop maar achter mij aan.’ Dan moet je dat niet maar even doen. Je moet die ander in het oog houden totdat je je bestemming hebt bereikt. Wanneer je dat niet doet, maar je laat afleiden door een etalage van een zaak waar je langsloopt en je blijft daar even staan kijken, dan ben je gegarandeerd die ander kwijt. Je onderbrak het volgen en nu ben je opnieuw de weg kwijt. Je staat daar en denkt: Waar moet ik naartoe? Waar is de ander gebleven die ik volgde? Het is duidelijk dat de zin boven dit gedeelte een aanvul- ling behoeft: wanneer je iemand wilt volgen, moet je hem permanent voor laten gaan. Volgen is een levenshouding met consequenties voor het hele leven: in de week en op zondag, thuis en op school, tijdens je werk en in je vrije tijd, in eigen omgeving en op vakantie. Elke onderbreking van het volgen, hoe klein ook, heeft in zich het risico dat je hem die voorgaat, kwijtraakt. Je ziet wel eens een bordje aan het begin van een weg, waarop staat: ‘eigen weg’. Voor wie leert volgen komt daar een ander bordje onder te hangen: ‘verboden toegang’. Maar er is ook zo’n bekend bordje, dat je als volgeling nooit tegenkomt: ‘doodlopende weg’. Dat staat hoogstens bij die zijstraat die jij voorbijloopt omdat je volgeling bent. Misschien denk je nu: Wil ik dit volgen eigenlijk wel? Ik wil wel graag iemand achter de hand hebben die als EHBO kan dienen, als eerste hulp bij ongelukken. Een redder in de nood is prachtig.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==