Christus aan de deur van het hart

20 te luisteren naar wat gezegd zal worden over deze kostbare tekst: ‘Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop; indien iemand Mijn stem zal horen en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.’ Deze woorden vormen een deel van de uitnemende brief die Christus heeft gedic- teerd, en door Zijn dienaar Johannes heeft gezonden aan de kerk van Laodicea: de meest vormelijke, de meest huichelachtige en vervallen kerk van alle zeven. Toch wil de grote Heelmeester Zijn kunde bij hen beproeven, zowel door hen met de roede te kastijden (vers 19), als door hen te overtuigenmet de kracht van het woord; vers 20: Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop , enzovoort. Deze tekst is Christus’ lokkende stem, vol hemelse welsprekendheid, om het hart van zondaars te winnen voor Hem. Daarin hebben we twee algemene delen. Het eerste. Christus’ verzoek aan het hart van de zondaar. Het tweede. De krachtige beweegredenen die dit verzoek beklemtonen. Het eerste. Christus’ verzoek aan het hart van de zondaar. Daarin hebben we als eerste de ernstige inleiding: Zie; als tweede: het verzoek zelf. De inleiding is buitengewoon ernstig; want naast de gewone betekenis van dit woordje ‘zie’ op andere plaatsen, omde aandacht te wekken, omeen stellige opmer- king kracht bij te zetten of er gewicht aan te hechten, staat het hier, zoals een wijze verklaarder 1 opmerkt, als het woord van een bekendmaking , of een openbaar document. Daarin brengt Christus getuigen mee bij het zeer genadige aanbod dat Hij nu aan de ziel gaat doen, en waarvan Hij wil dat het tot in eeuwigheid in gedachtenis zal blijven als een getuigenis vóór of tégen de ziel, om voor de tijd die komt alle ver- ontschuldigingen en voorwendsels af te snijden. Het tweede. Het verzoek zelf. Daarin hebben we Degene Die het verzoek doet: Jezus Christus. Zijn houding en Zijn daad: Ik sta aan de deur en Ik klop. Het verzoek zelf; dat is opdat er opengedaan zal worden: indien iemand zal open- doen. Degene Die vraagt, Jezus Christus Zelf, staat . Ik heb het recht van soevereiniteit over u. Ik hebMijn kostbaar bloed gestort omu te verwerven, en Ik zou u naar recht mogen veroordelen op de eerste afwijzing of aarzeling: Zie, Ik sta. Dat is Degene Die het verzoek doet. 1. James Durham (1622-1658), Schots theoloog.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==