Christus aan de deur van het hart

15 Aan de lezer De eerwaarde schrijver van de verhandeling die hier het licht ziet, is iemand wiens verdienste voor het Evangelie alom in de kerken bekend is. Zijn andere boeken heb- ben zijn naam dierbaar en beroemd gemaakt in Engeland en in Nieuw-Engeland. Méér kan mijn getuigenis niet zeggen over iemand die in alle opzichten groter is dan ikzelf ben. Toch, doordat een bijzondere Godsbeschikking heeft gemaakt dat ik op dit moment in deze grote stad ben, heb ik geen weerstand kunnen bieden aan de aandrang van degenen die een paar inleidende regels verlangden om uitdrukking te geven aan de achting die ik verschuldigd ben aan deze beroemde en geleerde man. Het was een wijze berisping, die een belangrijke theoloog een jonge predikant gaf, die zijn gehoor op eenmet zorg voorbereide en uitgewerkte preek vergastte.Nadat de theoloog hem een compliment had gemaakt over zijn talenten en al zijn moeite, was er, zei hij, één ding dat aan de preek ontbrak: Ik heb niet kunnen merken dat de Geest van God erin was . Al is de zedenleer goed, en ook al is het nodig dat die geleerd en gepraktiseerd wordt, is het toch zeer te beklagen dat veel predikanten in deze tijd op hun kansels nauwelijks ándere preken houden dan hetgeen we aantreffen bij Seneca, Epictetus, Plutarchus of een willekeurige andere heidense zedenprediker. Christus, de Heilige Geest en - in één woord - het Evangelie is niet in hun preken. God zij evenwel geprezen dat er sommigen zijn (en groot is hun gezelschap in dit land van licht) die de waarheid verkondigen zoals die in Jezus is. Het heeft Hem Die het boek heeft genomen uit de rechterhand Desgenen Die op de troon zit, en waardig is de zegelen ervan te openen, behaagd, langs heerlijke wegen voor het Evangelie de deur der vrijheid te openen en die open te houden , opdat zij aan wie Hij een hart heeft geschonken om Christus te verkondigen, dat ook mogen doen. Dit doet de Heere; dit is een Geest van leven uit God. Toen Cyrus vrijheid uitriep voor de vrije uitoefening van de godsdienst, werden de dienaren des Heeren, die een aantal jaren dood terneer gelegen hadden, uit hun graven opgebracht (Ezech. 37:12, 13). Dit traktaat is een woord op zijn pas. God heeft de schrijver gemaakt tot een wijze bouwmeester in Zijn huis, en overeenkomstig de wijsheid, hem van God gegeven, heeft hij uitvoerig gesproken over een onderwerp uit het Evangelie, dat heel geschikt is omer op een dag als deze bij stil te staan.Van zeer betrouwbare zijde heb ik gehoord

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==