Ik sta aan de deur en Ik klop

12 twee dingen aangeroerd worden: De verklaring van de woor- den, die alle bij gelijkenis gesproken zijn; en het wegnemen van twee moeilijkheden. Tot verklaring van de woorden moeten de volgende vragen beantwoord worden: Welke deur wordt er in deze tekst bedoeld? Een deur is feitelijk een in- en een uitgang van een huis. Zo was het met de deur waaraan Petrus klopte in Handelingen 12:13. Maar bij gelijkenis wordt het soms toegepast op Christus . In Johannes 10:9 zegt Hij: ‘Ik ben de Deur.’ De hemel is ons paleis, Christus Jezus is de deur en Zijn verdiensten zijn de sleutel om die deur te openen. Soms wordt het ook toegepast op het Evangelie . In Handelingen 14:27 staat dat God ‘de heidenen de deur des geloofs geopend had.’ Door het Evangelie is er een onderlinge doorgang geopend, voor Christus om in ons te komen en voor ons om in Christus te komen. Het wordt ook wel toegepast op het hart van de mens , zoals in onze tekst. Nu, deze deur is in verschillende opzichten een geopende en een gesloten deur. Ten opzichte van de zonde en de satan staat deze deur gedurig open. Zondige begeerten komen er vrij en ongehinderd uit en zondige ingevingen komen er vrij in. Maar met betrekking tot Christus en tot de genade is zij een gesloten deur. Zij is gesloten door onwetendheid en gegrendeld door hardigheid en ongelovigheid. De mens, in zijn natuurstaat aangemerkt, heeft Christus niet binnenshuis, maar houdt Hem buiten. Christus is er geen gast, maar een vreemde; de deur is voor Christus gesloten. Wat wil het zeggen dat Christus voor de deur staat en dat Hij klopt? Door Christus’ staan voor de deur en Zijn kloppen worden drie dingen uitgedrukt. Ten eerste de bereidwilligheid van

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==