Onze geloofsleer

11 2. Van de kennis van God Wat God Zelf openbaart, kunnen wij van Hem kennen. Gods kinderen in de hemel en de engelen hebben méér kennis van God dan hier op aarde. Op aarde is die kennis onvolmaakt. De kennis van God kunnen we onderscheiden in: A. De natuurlijke Godskennis. Deze natuurlijke Godskennis is: 1. ingeschapen (zelfs bij de blindste heidenen). 2. verkregen (uit de natuur, waarin God Zijn almacht, wijsheid en majesteit openbaart. Deze is níét genoeg tot zaligheid). B. De bovennatuurlijke of geopenbaarde Godskennis. Deze wordt verkregen: 1. uit de Heilige Schrift, waarin God niet alleen openbaart dat Hij er is, maar ook Wie Hij is. 2. zaligmakend door Gods Geest in de harten van Zijn uitverkorenen. De verkregen Godskennis wordt versterkt door de ingeschapen Godskennis. In de natuurlijke Godskennis ligt het onderscheid met de dieren. De verkregen Godskennis uit de natuur leert ons Christus níét kennen. We onderscheiden: 1. De polytheïsten = véélgodendom (heidenen). 2. De monotheïsten = ééngodendom. 3. De atheïsten = Godloochenaars (deze zijn er niet, maar worden ge- maakt). De natuurlijke Godskennis wordt onderschat door: a. De wederdopers, die zich onttrekken van de wereld. b. Karl Barth, die leert dat er geen openbaring Gods is. God blijft, volgens hem, de verborgene, de onbekende. Dit is niet waar. God heeft Zich wel geopenbaard, in de Bijbel en zaligmakend in de harten van Zijn volk. De natuurlijke Godskennis wordt overschat door: a. Rome. b. Remonstranten. c. Modernen. Zij zeggen dat de natuurlijke Godskennis voldoende is om God te leren kennen tot zaligheid. Zij leren de goede wil des mensen. Zij loochenen de val des mensen, en leren dat de mens geschapen is in een staat van onnozelheid. Maar GodsWoord leert dat de mens door de val Gods beeld verloren heeft en dat kan alleen in Christus hersteld worden.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==