De plichten der ouders

17 mans ‘Catechismus over de Pracktyk der Godtzaligheidt’ (één van de bedoelde drie catechismussen) staat eenuitvoerige definitie, die het waard is hier volledig vermeld te worden: ‘De Godzalige zijn, die zig geheel en al met haar hert aan God hebben toegewijt en overgegeven in een ver- bond voor eeuwig, hebbende Christus omhelsd volkomentlijk gelijk hy haar aangeboden is, liefhebbende Godt in Christo, zijnde ootmoedig en Hemelsgezint, zig oeffenende in zelfs verloochening, doodiging der zonde, dankbaarheit voor Gods weldaden, en gehoorzaamheit des her- ten en des levens. Beminnende wel alle menschen, zelfs haar vyanden, maar byzonder de vrome en de heilige gemeenschap met haar, en het Woort Godts als haar spijzen, en den regel van haar leven en wandel tragtende vieriglijk alle het goed te doen dat zij kunnen, binnen en buitens huis, wakende tegen verzoekingen, en bereidende zig tot de dood, alles uit een eenvoudig beginsel des geestelijken levens.’ Het is duidelijk dat de mens, dus ook het kind, deze eigenschappen nooit uit zichzelf zal gaan vertonen. Ook het liefste kind is een wan- schapen schepsel, dat wederomgeboren moet worden. En alleen de uit- verkorenen zullen door Gods genade zalig worden. De opvoeders kun- nen al evenmin als de kinderen, zélf zich wedergeboorte, geloof en be- kering toe-eigenen. Maar dat betekent niet dat opvoeders en kinderen tot werkeloosheid gedwongenworden! Integendeel, Koelman en anderen sporen de ouders aan de jeugd op te kweken tot godzaligen, hen te brengen op de weg des levens, der bekering en der heiligmaking. Juist omdat het kind van na- ture een ellendig, doemwaardig schepsel is, moeten de ouders arbeiden tot behoud van de zielen hunner kinderen. Ze moeten al vroeg bepaald worden bij de ellendige toestand van hun ziel. De ouders moeten hun kinderen de ernst van hun situatie onder ogen brengen, zodat ze de verdorvenheid van hun natuur zouden gevoelen en betreuren. Ze moe- ten leren dat ze zichzelf niet uit hun ellende kunnen verlossen, maar dat ze het oog op Christus moeten slaan, zich aan Hem moeten overgeven om zich te laten zaligen. De opvoeders zijn daarbij als medewerkers Gods aan te duiden. Omdat het kind zijn bestaan op aarde menselijkerwijs aan zijn ouders heeft te

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==