Het zien op Jezus

22 is om Christus te verklaren, de lendenen op te schorten en de verborgenheden van Christus te ontvouwen.’ En daarom roept hij op: ‘Dat we ons zouden beijveren altijd iets aangaande Christus te zeggen of wat in die richting neigt. Wanneer we over de wet spreken, laat die ons dan tot Christus drijven, en wanneer we over deugdzame plichten spreken, laat die ons dan onder- wijzen om te wandelen, Christus waar- dig. Christus, of iets wat gericht is op Christus, zou het onderwerp en einddoel moeten zijn waarop we ons richten.’ Ik kan vol overtuiging zeggen: het is het zoetste onderwerp waarover ooit gepredikt is. Is het niet als ‘een olie die uitgestort wordt’, wier geur zo aangenaam is en wier smaak zo zoet is, dat daarom alle maagden Hem liefhebben? Is het niet alle heerlijkheid, schoonheid, uitne- mendheid, zowel de hemelse als de aardse dingen omvattend? Is het niet een ver- borgenheid, zoet en diep? Zeker, boeken zijn er volgeschreven over Jezus Christus. Er is regel op regel, preek op preek, boek op boek, boekdeel op boekdeel geschre- ven, en toch is het geheim zodanig dat, zoals iemand helder verwoordt, wij allen slechts tot nu toe zijn als bij de eerste bladzijde van het eerlijke onderwijs van Jezus Christus. Ja, wat was Salomo bij wat Zijn Naam is? Ik vrees dat velen van ons Naam noch zaak kennen. Het is een waardevol onderzoek om meer en meer te ontdekken van dit gezegende geheim, en het ware te wensen dat alle dienaren van Christus zich zouden uitputten in het spellen, lezen en verstaan ervan. Zie, zoals een belangrijke kwestie de kundigheiden van veel geleerden vereist – en die allen heel gering zijn wanneer zij samengevoegd worden – om een goede ontdekking daaruit te doen, zo is dit verheven onderwerp, dit heilig, gehei- ligd en heerlijk geheim de moeite van alle geleerden waard. Indien zij al hun opmerkingen bijeen zouden brengen en al hun onderzoeken zouden bundelen (wat ik in zekere mate poogde te doen in de navolgende verhandeling), zij zouden niettemin ontdekken dat er maar weinig van deze verborgenheid bekend is in ver- gelijking met wat overig en onbekend is. Slechts dit zouden zij moeten weten, zegt Bernardus: ‘Datgene wat zwaar is om te verstaan, is kostelijk om er zich op te wer- pen’, en zo bevond ik het ook. 2. Ik ontdekte een wereld van geestelijke vertroosting met betrekking tot de daad van het zien op Jezus, omdat die vol is van kennen, verlangen, hopen, geloven, lief- hebben, alsook van verblijden. Hoe zou ik dan toch vervuld moeten zijn met on- uitsprekelijke en heerlijke vreugde zolang ik studeerde, schreef en in het bijzonder mijn ziel bewerkte in de oefening van dit zien! Indien er enige plicht op aarde zou zijn die lijkt op de plicht van de heiligen in de hemel, zo durf ik te zeggen dat deze het is. In zijn voorwoord van Christus stervende schrijft Mr. Rutherford aldus: ‘Het leven in Christus en op Christus in daden van zien, zich verheugen, omhelzen, liefheb- ben en het rusten op Hem is die mid- daghoogte van godgeleerdheid, die theo- logie van zalige aanschouwing. Er is een algemene vergadering van onmiddellijk verlichte godgeleerden rondom de troon, die nacht en dagChristus bestuderen, ver- handelen, prediken en prijzen. O, welke stralen, schitteringen en vonken van het genot te kennen, van waarneming, verheuging, leven in Hem en vurigheid van liefhebben komt van dat gezicht, van dat Godsaangezicht van de Heere God AAN DE LEZER

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==