Het zien op Jezus

19 O PDRACHT Aan de edelachtbare William, Graaf van Bedford, Heer van Russel, Baron van Thornehaugh. Edelachtbare, Ooit stuurde ik vrijmoedig een brief aan U Edele, die voorafging aan mijn boek getiteld Ultima . Sinds die tijd hebt u uw gewoonlijke gunsten voortdurend vermeerderd. Zoals de zon, die verheugd zijn loop gaat en onvermoeid is na zijn vele wentelingen, zo hebt u jaar op jaar uw on- vermoeibaarheid kenbaar gemaakt in uw grote vrijgevigheid. Daardoor zijn beide ikzelf en mijn gezin bijzonder verkwikt geworden. Evenals ik niet anders kan dan in de weg van dankbaarheid hierover zeer erkentelijk zijn, zo zal ik beide U Edel- achtbare en uw naaste betrekkingen aan de troon der genade gedenken. Mijn Heer, nu heb ik dit werk geschreven dat een noodzakelijk, praktisch en verhe- ven voorrecht van ieder christen bevat. Het is bij wijze van aanvulling tot de andere plichten opgetekend in mijn boek Media . Maar vanwege mijn uitvoerige behandeling daarvan, bewaarde ik het als een traktaat op zichzelf. Ik geef toe dat ik, van alle andere plichten, deze als de voornaamste verkies. Ik ben bijzonder verbaasd dat vóór deze tijd dit werk niet ondernomen is geweest door een bekwa- mere hand. Gewoonlijk gaan christenen tot het ge- bed, de sacramenten, het horen, het lezen en de overdenking van het Woord. En soms, hoewel meer zelden, zetten zij zich tot de oefening van andere plichten, zoals zelfbeproeving, zelfverloochening, het toenemen in de ondervindingen, de op- heldering van de bewijzen, onvoorbereide en overdachtemeditatie, enzovoort.Maar hoe wordt gewoonlijk het belangrijkste deel, de voornaamste bezigheid, namelijk de plicht der plichten, het zien op Jezus , geheel verwaarloosd? Aangezien velen, of de meesten, er tot nu toe onkundig van zijn, zo denk ik dat het hoog tijd is om ze de slapende wereld bekend te maken. En moge het zijn dat, wanneer het geheel dag is, zij wandelen zullen in het licht en God aanbidden voor het uitdenken van een weg, waarin zij een onmiddellijker omgang mogen hebben met Jezus Chris- tus. Ik zou wel wensen dat er anderen waren opgestaan die bekwamer waren in dit werk, in een nauwgezette behandeling van dit voortreffelijke onderwerp. Ik vind in druk die wens uitgesproken door een godvrezende broeder, waar hij klaagt dat de liefde van Christus zo wei- nig overdacht werd. Mensen zijn erg vlug geworden in het onderzoek naar andere waarheden, maar zijn traag in het onder- zoek naar deze liefde. Een uitvoerige en nauwkeurige bekendmaking van deze liefde van Christus, van deze liefde, zeg ik – uitgewerkt in de zaligheid van onze ziel van het begin tot het einde – moge op de juiste wijze opgetekend worden te midden van de wensen der godgeleerden. Deze liefde is zo weinig behandeld, tenzij misschien door enkelen in wat gedeelten of stukken. Het is stellig zeer droevig te bedenken dat naar de kennis van deze lief- de vanChristus, die van zo’nnoodzakelijk en verheven belang is, in één voortgezette reeks zo weinig onderzoek werd gedaan.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==