De Geestelijke Pelgrim

18 prediken, wetende dat God deze eenvoudige ketellapper zo geleerd had, dat zij zich gaarne aan zijn voeten wilden zetten. Wij denken aan John Owen, die in zijn tijd geacht werd een van de grootste lichten te zijn, die in de kerk van God ooit scheen, een man van uitzonderlijke vroomheid, maar ook van buitengewone wijsheid. Gaarne schaarde hij zich onder de prediking van deze eenvoudige man. Men heeft weleens aan John Owen gevraagd waarom hij zich onder de predikdienst van deze ketellapper kon voegen, hij, een man van zulk een geleerdheid. Hij antwoordde dat hij gaarne al zijn wetenschappen prijs zou geven om zo te mogen prediken, als Bunyan predikte. Omdat de gloed van het vuur des Geestes in zijn prediking zo waarneembaar was. Zo heeft God deze man gebruikt, zeven jaar lang. Vanaf 1653 , kort nadat zijn doop had plaatsgevonden, tot 1660 . Aanvankelijk hier en daar, maar spoedig in toenemende mate, is hij voorgegaan in vele delen van Engeland. En dan... dan komt een donkere tijd in zijn persoonlijk leven. Een tijd van geweldige beproe- vingen. De vrouw die hem tot zo’n bijzondere zegen in zijn leven is geweest, die het instrument in Gods hand is geweest om de ruwe ketellapper onder de tucht van de instellingen Gods te leiden, is van hem weggenomen in de bloei van haar jaren. Zij liet de prediker van Gods Woord, die Bunyan intussen toch geworden was, met enkele kinderen, waaronder zijn blinde dochter Mary, betrekkelijk onver- zorgd achter. Bunyan spreekt ervan als een buitengewoon smartelijke beproeving. Zoals hij er in zijn leven nog vele zou te doorleven krijgen. Gods Woord zegt: ‘Vele zijn de tegenspoeden des rechtvaardigen.’ En we mogen het van deze rechtvaardige ook weten: vele en velerlei verdruk- kingen zijn zijn deel geweest. Ook dus in zijn persoonlijke en huise- lijke leven. Maar ook het doorleven van deze verdrukkingen heeft de Heere geheiligd. Juist vanuit de ervaring van de beproevingen heeft hij ook mogen weten van goddelijke vertroostingen. Daarom wist hij met de moeden een woord ter rechter tijd te spreken. De apostel schrijft ergens in zijn brief dat hij vertroost met de vertroostingen waar hij zelf mee getroost is geworden. Wat is het een voorrecht in de kerk Gods, wanneer degenen die in de gemeente mogen dienen, vanuit de onder- vinding van Gods genade ook in wegen van smart anderen tot hulp mogen zijn.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==