De Geestelijke Pelgrim

16 waarop hij die Ene zag, Die aan een hout hing. Toen hij daarop zien mocht, is dat pak, dat zwaar drukkende pak, van zijn schouders gevallen. Als hij verhaalt over die drie blinkende gestalten, aan hem verschenen, dan vindt u daar iets terug van hetgeen op zijn ziekbed, een jaar na zijn doop, heeft plaatsgegrepen. Toen deze man door een diepte gegaan is, waarin het scheen dat hij nog onder de last van het pak op zijn schouders ten onder zou gaan. Maar daar heeft de Heere hem zo aangesproken, zoals hij dat in De Christenreis beschrijft. Daar heeft hij uit de mond van God gehoord, gerechtvaardigd te zijn door het bloed des Lams: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ Daar is hem die mantel van heil omgehangen. Daar spreekt hij van in zijn Genade overvloeiende voor de grootste der zondaren. Daar heeft hij zo’n vrede met God leren kennen, als hij tevoren niet kende. Al had hij uit vele goddelijke ontmoetingen reeds veel mogen proeven en sma- ken, maar dáár is het zegel hem opgedrukt: ‘Gij zijt voor eeuwig de Mijne.’ Daar is dat pak in het graf gerold. Hij is gebracht tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen Gods. Dat is, zoals u wel begrijpen kunt, voor Bunyan een gebeurtenis geweest. Zoals het niet alleen voor hem was, maar voor allen die door Gods genade tot deze klare verzekerdheid van hun heil mogen komen. Kort daarop werd hij aangespoord vanuit de gemeente waartoe hij behoorde, om eens een woord tot anderen te spreken. Hij heeft dat onder veel vrees en met veel strijd gedaan. Hoe meer God hem gebruiken ging, hoe meer de duivel hem benauwd heeft. Wees er verzekerd van, hoe meer God Zijn dienstknechten tot bijzondere zegen wil stellen, hoe meer de vorst der duisternis hen op een of andere wijze tot zijn bijzonder doelwit zal maken. En als u in Bunyans levensboek leest, zult u dat ook terugvinden. Maar daar tegenover maakte de Heere het zo wel. Eerst is hij hier en daar gaan prediken. Toen openbaarden zich de hem geschonken gaven. Door zijn leraar, dominee Burton, de man die dominee Gifford opgevolgd was, is hij bijzonder aangespoord. En wat heeft God zijn prediking buitengewoon rijk gezegend. Er was een grote honger in het land naar het Woord Gods. De Heere heeft toen vele mannen gegeven die het Brood des Levens op wonderlijke wijze mochten uitdelen. Onder Bunyans prediking zijn velen tot de kennis des Heeren ge- bracht. Zelf schrijft hij over zijn prediking dat hij aanvankelijk meer