Waar liefde woont

15 proberen om het huwelijksformulier dichter bij jullie te brengen. Is het geenwonder, als we daar zo eens over nadenken, dat eeuwenlang huwelijken in de kerk bevestigd zijn met déze zelfde woorden als waarmee in onze tijd huwelijken worden bevestigd? Onze voorouders in de 16 e eeuw hebben naar ditzelfde getuigenis geluisterd! De martelaarskerk van de Reformatie liet in een tijd van vervolging en chaos de Schrift spreken en luisterde eerbiedig en aandachtig naar de woorden van de Heere. Denk je eens in: Mensen die allang begraven zijn, zijn met deze zelfde woorden van het huwelijksformulier be- gonnen aan een voor hen nieuwe levensfase. Onder hen waren mensen die de Heere, de God der eeuwen, oprecht mochten vrezen. Zou het niet ons hartelijk verlangen moeten zijn om in dat spoor van de kerk der eeuwen te mogen gaan? Dat betekent dus niet dat we slechts oppervlakkig kennisnemen van deze woorden en er op een willekeurige manier mee omgaan of er selectief gebruik van maken. Nee, als dat kennisnemen werkelijk functioneert in je leven dan is er hartelijke overeenstemming met de leer en de dienst van de kerk der vaderen. Want dat is het geluid dat we hier horen. In het huwelijks- formulier is ons als het ware in het kort de bijbelse huwelijksethiek nagelaten. Laten we het met elkaar eens nagaan. Voor alle duidelijkheid hebben we het huwelijksformulier als bijlage (losbladig) opgenomen inhet boek, voorzienvaneen regelnummering. Dat vergemakkelijkt het aanduiden van een bepaalde regel of passage. Het hele boek door zal dus verwezen worden naar (r. ...) al naar gelang het onderwerp. Weten en verstaan Er wordt in het huwelijksformulier vier keer nadrukkelijk over het ‘weten’ gesproken. En eerstelijk zult gij weten... (r. 11 ). Maar opdat gij in deze staat godzaliglijk leven moogt, zo zult gij, ten andere, weten... (r. 40 ). Eerstelijk zult gij, man, weten... (r. 60 ), en tenslotte: Desgelijks zult gij, vrouw, weten... (r. 79 ). In deze woorden klinkt als het ware door: Je móét het weten. En alsof dat nog niet genoeg is, horenwe nog eens: Daarom, gij

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==