9789033131189

14 ‘Het bruidspaar mag elkaar opnieuw kussen en dan moet iedereen met de vinger in hun richting wijzen,’ zegt de fotograaf. ‘Zijn jullie er klaar voor?’ Thirza schudt haar hoofd, ze vertikt het om naar het zoenende bruidspaar te wijzen. Ze slaat demonstratief haar armen over elkaar en negeert de geërgerde blik van haar zus naast haar. ‘Die man is niet goed in zijn bovenkamer,’ mompelt Thirza tegen Nathalie. ‘Sst...’ sist Nathalie nadrukkelijk. Ze vangt een geamuseerde blik op van een jongen die ze weleens eerder heeft gezien tijdens de verbouwing van het huis van Marien en Eline. Hij is een vriend van Marien, maar ze kan op dit moment niet op zijn naam komen. Ze draait snel haar hoofd weg. Het lijkt wel of hij haar uitlacht. Waarom let hij op haar? Ze besluit hem voor de rest van de dag zoveel mogelijk te negeren. Terwijl het bruidspaar binnen wacht, mogen de familie en vrienden weer naar buiten en hun plaats innemen in de paardentram. Onderweg van de kerk naar de zaal, kijkt Thirza dromerig door de opening van de koets naar buiten. Nu zijn Marien en Eline ook in de kerk getrouwd. Ze vond het indrukwekkend hoe zij op het bankje voorin de kerk neerknielden. Op dat moment zongen zij als familie en vrienden de regels uit het tweede vers van Psalm 134: ‘En knielt eerbiedig voor Hem neer; looft, looft nu aller heren Heer’.’ De dominee hield zijn handen zegenend boven hun hoofden. Ze zal dat moment nooit meer vergeten. Het restaurant waar Eline en Marien hun bruiloft vieren is niet ver bij de kerk vandaan. Thirza baalt ervan als er dan toch een einde komt aan de rit met de koetsen. Ze wil eerst nog op de foto met de paarden en Nathalie maakt er een paar met haar telefoon. Het duurt even voordat de fotosessie klaar is, want er willen meer mensen op

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==