9789033131172

10 ‘Oh, dat beestje mag daar toch best zitten?’ ‘Zitten vind ik best ja. Maar ik loop hier direct gevaar.’ Alsof de duif haar verstaat, draait hij zich om, wipt iets verder en verdwijnt in de holte van twee takken. ‘Er zit daar een nestje,’ weet Mira. ‘Oh, leuk!’ ‘Ze broeden voor de tweede keer. De eerste keer lagen er twee eitjes, maar er zat nog niet zoveel blad aan de boom.’ ‘Wat heeft dat ermee te maken?’ vraagt Esther. ‘Je kon vanaf het balkon zo in het nestje kijken. Vanaf het bal- kon en dus ook vanuit de lucht. Mijn moeder hoorde een keer een hoop kabaal in de boom en toen ze naar buiten keek, zag ze een ekster met een druipend eitje wegvliegen.’ ‘Geméén!’ ‘Heel gemeen! Nu ziet die ekster ze hopelijk niet omdat er zoveel blad is.’ De duif komt weer tevoorschijn en vliegt weg. Duif twee neemt meteen zijn plekje in.Weer recht boven het blonde hoofd van Esther. ‘Nou ja, daar zal je moeders hebben,’ bromt ze. ‘Ik loop hier echt gevaar. Maar ik zal genadig zijn, duif, en geen slipper omhooggooien. Ik offer mezelf wel op.’ Zuchtend hijst ze zichzelf overeind en kruipt naar de andere kant van de grote trampoline. ‘Volg mij,’ grijnst ze naar Mira. Nu gaan ze met hun hoofd op de rand liggen. Een bruine paar- denstaart hangt naast een blonde over de rand.Vanaf de veilige kant van de trampoline kijken ze naar de beestjes die druk in de weer zijn met takjes en draadjes. Het kralengordijn rammelt. ‘Mira?’ ‘Ja mam.’ ‘Oh, ben je daar? Ha, Esther!’