9789033131172

9 HOOFDSTUK 1 Als Mira het kralengordijn bij de achterdeur opzijschuift, ziet ze het meteen. ‘Ze zijn gaaf!’ roept ze. ‘Je hebt ze dus toch gekocht?’ Over de rand van de trampoline bungelen twee spierwitte benen. Een schram van minstens twintig centimeter loopt van- onder de rechterknie naar beneden. Als antwoord op Mira’s vraag wippen onder aan die benen bescheiden roze gelakte tenen op en neer. Eraan wiebelen prachtige leren teenslippers. Ze zijn helderblauw en de bandjes zijn versierd met schelpen. ‘Es, ze zijn echt leuk. Ik heb ze zaterdag aan m’n moeder laten zien, maar ze vond ze te duur.’ Met een sprong belandt Mira naast Esther op de trampoline. Ook zij gooit haar benen over de rand en gaat naast haar lig- gen. Esther grijnst haar beugel bloot. ‘Mijn moeder vond ze ook te duur, ik heb de helft zelf betaald.’ ‘Ze zijn super!’ zucht Mira en ze veegt een pluk van haar lange bruine haar uit haar gezicht. De meizon prikt door de gaatjes in het bladerdak boven hen en een lekker windje laat de blaad- jes ritselen. Een grijs duifje landt op de tak recht boven hen. ‘Nee,’ zegt Esther streng, ‘je doet het niet!’ ‘Huh, wat moet ik niet doen?’ ‘Ik heb het niet tegen jou.’ ‘Tegen wie dan wel?’ Esther wijst omhoog. ‘Tegen hem natuurlijk.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==