9789033131141

16 Sander knikt. ‘Kommaar mee.’ TerwijlErwinviadeportofoonaandemeldkamerdoorgeeftdat zeweer inzetbaarzijnenkort verslagdoet vanwat er isgebeurd, loopt Sander naar het rolluik. Hij trekt de hogedrukslang een stukje naar buiten en bukt bij Daantje. Die steekt zijn vingertje uit en voelt aan de slang. ‘Als ik deze hendel indruk, komt er een straal water uit. Dat doe iknuniet,wantdepompstaatnietaan.Dit isdehogedrukslang. Het is eenheel dunne slang,maar er kan ineens heel veel water uit komen. Dat ismakkelijk als we een brand heel snel moeten blussen, zoals een autobrand.’ Daantje kijkt hemmet grote ogen aan. Sander komt glimlachend overeind en hangt de slang weer terug. Hij klopt op de blauwe banden die de lagedrukslangen ophunplekhouden.‘Kijk,hierachterzittendelagedrukslangen. Daar gaat heel veel water doorheen. Die zijn heel handig bij het blussen van een grote brand. Bijvoorbeeld als er een huis in brand staat.’ ‘Gebeurt dat ook wel eens?’ vraagt Daantje nieuwsgierig. Sander grinnikt. ‘Ja. Soms wel.’ Mark klopt Sander op zijn schouder. ‘Ik dacht dat jij het altijd zo lastig vond om iets aan kinderen uit te leggen.’ Sander kijkt zijn collega verrast aan. Mark heeft gelijk. Ineens trilt zijn pieper 3 . Sander kijkt op het schermpje. ‘Doorstart! Woningbrand!’ roept Erwin. Meteen rukt Sander het luik naar beneden en rent naar de cabine. ‘Dag Daantje!’ groet hij kort. Hij hijst zich naar bin- 3. Ook wel pager genoemd. Apparaat waarop de alarmeringen te zien zijn.