9789033131134

9 Met zijn fiets aan de hand loopt hij naar het toegangshek. Hij toetst de code in, waarop het hek openschuift. Mama moet zo ook weg, zei ze, dus hij hoeft het hek nu niet te sluiten. Het is een minuut of tien fietsen naar Else. Als hij zijn fiets in de voortuin zet, ziet hij dat er meubels in het huis van de buren staan. Gek idee dat hij daar jaren heeft gewoond en dat er nu andere mensen wonen. Hij gluurt naar binnen om te kijken of hij iemand ziet. Ineens zwaait de voordeur voor hem open. ‘Niet gluren bij buren, hè?’ klinkt de stem van Else. ‘Ik was aan het kijken of ik ze zag.’ ‘Ik heb ook nog niemand gezien. Volgens mij is het nog niet bewoond. Gisteren kwam er een vrachtwagen meubels bren- gen, maar de bewoners zijn nog niet gearriveerd.’ ‘Weten jullie wie er komt wonen?’ Else haalt haar schouders op. ‘Mijn moeder heeft van jouw moeder gehoord dat het verkocht is aan een uitzendbureau. Waarschijnlijk komen er werknemers van het uitzendbureau in. Mensen uit Polen ofzo, die hier komen werken.’ ‘Polen, vind je dat niet spannend?’ ‘Waarom?’ ‘Nou, omdat je ze niet kunt verstaan?’ ‘Volgens mijn broer is het enige spannende of het Noordpolen of Zuidpolen zijn.’ ‘Wat?’ Else schudt haar hoofd. ‘Dat is een grapje, slimmerd.’ Seth loopt achter Else aan naar binnen. ‘Leuk dat je komt. Ik heb wat nieuws,’ zegt Else. ‘Ik ook,’ zegt Seth. Hij steekt zijn nieuwe telefoon in de lucht. ‘Cool,’ zegt Else. ‘Zo’n zelfde als je had?’ ‘Ja, ik ben er echt blij mee. Maar wat heb jij voor nieuws?’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==