9789033131127

10 ‘Oké,’ beslist Lobke dan. ‘Ik doe het, maar alleen als jij mij een zak snoep geeft.’ Ze wijst naar Jeppe. Jeppe likt langs zijn lippen enwrijft over zijn buik. Iedereenweet dat Jeppe veel van snoep houdt. ‘Daar gaat m’n zakgeld,’ zegt hij met een zielig stemmetje. ‘Tja, dan niet,’ zegt Lobke onverschillig en ze haalt haar schouders op. ‘Graag of helemaal niet.’ ‘Nee nee,’ krabbelt Jeppe terug, ‘die zak snoep komt wel goed, ga nou maar.’ Lobke loopt langzaam het schoolplein af. Daarna loopt ze nog langzamer de straat over richting het huis. Alle kinderen uit groep 6 kijken naar haar. Lobke draait zich om en Sil steekt zijn duimomhoog.‘Je kan het, Lobke!’ roept hij enthousiast. Lobke trekt een gek gezicht. Fien schiet in de lach. ‘Ik had ook best gedurfd,’ zegt ze stoer. ‘Dat onthoud ik!’ grinnikt Jeppe. ‘Als ik weer zo’n domme fout maak, mag jij het voor mij oplossen. Maar niet voor een zak snoep, die eet ik liever zelf op.’ Lobke loopt nu zo langzaam dat Fien zich afvraagt of ze nog wel loopt. Er verschijnt een hoofd voor het raam van het huis. Het hoofd is snel weer weg. Dan gaat de deur open. Daar staat het vrouwtje. Ze kijkt naar Lobke. Fien kan niet verstaan wat ze zegt. Lobke trekt een lief gezicht en praat terug. ‘Zie jewel,’ zegt Sil,‘het gaat precies zoals ikhadvoorspeld. Lobke praat aardig en lacht naar de vrouw en zoals ik al zei, werkt dat gewoon.’ ‘Wijsneus,’ bromt Fien zacht. De vrouw slaat de deur met een harde klap dicht. Zo hard, dat Fien dat wél kan horen. Lobke pakt de bal en komt

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==