9789033131110

12 Tom zucht. ‘Help maar even,’ zegt mama. ‘Dan zijn we zo klaar.’ Tom droogt de borden af. En Tes het bestek. Dan gaan ze. Het isheel lang rijden.Tomkijkt naar buiten.Hij zucht. Het duurt echt lang voordat ze bij pake en beppe zijn. Hij kijkt naar Tes. Zij is in slaap gevallen. Dan merk je niet hoelang de rit duurt, maar slapen gaat hem niet lukken. Hij moet steeds aan pake en aan de ver- rassing denken. ‘Kijk eens op dat bordje,’ zegt mama na een tijdje. ‘Wolkom yn Fryslân,’ leest Tom hardop. ‘Ik weet wat dat betekent,’ zegt hij. ‘Welkom in Friesland.’ Tes wordt wakker. Ze knippert met haar ogen en kijkt verbaasd om zich heen. ‘Zijn we er?’ vraagt ze. ‘Bijna,’ zegt mama. Ze rijden langs een groot meer waarop jachten en zeil- boten varen. Het lijkt of in de verte de zon langzaam in het meer zakt. Alles wordt een beetje oranje. Net of je een zonnebril met gekleurde glazen op hebt. Nu is het niet ver meer, weet Tom.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==