9789033131073

8 zijn Marko en Jumper, hoort ze. Het is net alsof ze met elkaar praten. Iza woont op manege In Galop en ze is dol op alle paarden van de manege. Ze houdt natuurlijk het meest van Muis, haar muisgrijze pony. Uit de keuken haalt ze een paar suikerklontjes. Muis is er gek op. Suiker is niet zo goed voor paarden, maar soms mogen ze best een klontje, vindt Iza. Ze duwt de zware staldeur open en loopt langs de boxen. Ze kent elk paard. Wies, het paard van mama. Storm, het eigenwijze paard van haar grote broer Job. Jumper, het springpaard van papa. Marko, Imka, Nero, Jolly. In de laatste box staat Muis. Iza kroelt de pony tussen haar oren en laat haar de suikerklontjes opsnoe- pen. Als ze op zijn, duwt Muis met haar neus tegen de hand van Iza. Meer klontjes, betekent dat. ‘Nee, Muisie,’ zegt Iza. ‘Je hebt genoeg gehad. Anders word je dik en lui.’ Muis beweegt met haar oren, alsof ze wil zeggen: dat is niet waar. Voor ze weggaat, controleert Iza of Muis genoeg hooi en voer heeft. Buiten op het erf schrikt ze van Plukkie, die tegen haar been strijkt en miauwt. Ze tilt de kat op en neemt haar mee naar binnen. Sam kwispelt vrolijk als hij Iza ziet. ‘Wil je uit?’ vraagt ze. Het hondje verstaat haar best. Uit? Natuurlijk wil hij uit! Hij staat al bij de deur. Iza had niet anders verwacht. Ze maakt de riem vast aan de halsband van Sam. Zijn er nog genoeg poepzakjes? Met de hond aan de lijn loopt ze een rondje om het vakantiepark heen dat bij de manege hoort. Langs dat pad staan lantaarnpalen, maar in de duinen is het donker. Als Sam zijn behoefte heeft gedaan, raapt Iza het netjes met een poepzakje op en gooit het in de afvalbak. Als ze terugkomen, glipt Plukkie langs hen heen naar buiten. ’s Nachts slaapt Plukkie meestal in de stal. Sam niet, die heeft een mand in de keuken. Terwijl Iza de vaatwasser uitruimt, denkt ze na over Sam. Toen

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==