9789033130595

11 Sander knikt trots. ‘Ik ben blij dat ik de opleiding doe.’ ‘Dat is mooi,’ antwoordt de bevelvoerder. Sander slentert de achterdeur uit en loopt de binnenplaats op. Mark staat in de korf van de hoogwerker en gaat steeds hoger. André loopt naar hem toe. ‘Het is mooi helder boven.’ Sanderknikt.Toenhij vandezomerzelfomhoogging, konhijde rook van de verbrandingsoven inDuiven zo’n dertig kilometer verderop goed zien. ‘We moeten overmorgen op tijd ons bed uit, hè,’ zegt André lachend. ‘Dat zul jij wel moeilijk vinden.’ Sander haalt zijn neus op. ‘Ja, vijf uur is geen pretje. Maar ja, de chef wordt maar één keer vijftig. Wat zal hij opkijken als zijn hele tuin is versierd.’ ‘Dat denk ik ook,’ antwoordt André. Opeens triltdepieper 2 .Sandergrijpthetnaarhetapparaatjeaan zijn broekriem. ‘Woningbrand!’ roept hij. In de kazerne begint hetalarmteloeien.MeteendraaitSanderzichomensprintnaar binnen. Van alle kanten komen collega’s aangerend. Vlug hijst hij zijn broek aan, schiet in zijn jas en grist zijn helm van het rek. Vanuit zijn ooghoeken ziet hij dat Mark de korf gauw laat zakken. Snel gaat hij achter in de tankautospuit zitten. Gerrik neemt achter het stuur plaats en trekt nog snel zijn jas goed. Als de anderen ook zitten, geeft hij gas en rijdt naar bui- ten. Daar gaat meteen de sirene aan. Vanaf de voorstoel heeft Erwin contact met de alarmcentrale. Sander zet ondertussen zijn helm op. Hij merkt dat het veel makkelijker gaat dan vroeger. De wagen maakt verschillende 2. Ook wel pager genoemd. Apparaat waarop de alarmeringen te zien zijn.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==