9789033130564

11 Uit de zak van haar jas diept ze paardenkoekjes op die de twee pony’s maar al te graag van haar hand af pakken. Ze laat haar blik over de twee mooie dieren gaan. Ze hebben allebei een prachtige bruine vacht. De staarten en de manen zijn lichter van kleur en steken daardoor heel mooi af. Als ze de pony’s borstelt, is het alsof hun vacht nog meer gaat glanzen. Ze kijkt om zich heen. Op het erf is het stil. Waarschijnlijk is de boer in de stal. In de verte hoort ze geluiden van het schoonspuiten van de stal. Dat doet hij altijd als hij de koeien heeft gemolken. Op de weg langs het weiland komt bijna geen verkeer. Geen tractor en geen auto’s. Alleen een groepje fietsers. Sanne vindt het wel best dat het hier zo rustig is. Zo heeft ze het gevoel dat ze Jade en Bijoux helemaal voor zichzelf heeft. Ze draait haar rug naar de weg en gaat de pony’s borstelen. Ze begint met Jade en daarna is Bijoux aan de beurt. Als de pony’s klaar zijn, loopt ze een rondje met ze door de wei. Ze laat ze eerst lopen, daarna in draf gaan en vervolgens in galop. Ze is er trots op dat ze haar gehoorzamen. Ze geeft Jade en Bijoux klopjes op de hals. ‘Goed gedaan!’ zegt ze. Als beloning voert ze hen nog meer paardenkoekjes. Als ze even later meneer De Groot tegenkomt op het erf, zegt hij vrolijk: ‘Goedemorgen Sanne, heb je de dames weer netjes verzorgd?’ Sanne moet een beetje lachen om dat ‘dames’. Ze loopt met hem mee naar de keuken waar mevrouw De Groot bezig is met koffie zetten. ‘Dag Sanne, wil je ook iets drinken?’ vraagt de boerin. Sanne knikt en gaat bij de keukentafel zitten. Freddy, de herdershond, komt kwispelend naar haar toe. Ze aait hem over de kop. ‘Ha Freddy, ben je er ook weer? Moest je niet naar buiten?’ Freddy legt zijn kop op haar schoot. Ze moet lachen om de manier waarop hij naar haar kijkt. ‘De schooier,’ zegt mevrouwDe Groot. ‘Hij probeert je weer te paaien, Sanne. Als hij aandacht krijgt, is het weer helemaal goed.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==