9789033130519

14 ‘Dat niet, de stof kan ik makkelijk aan, maar...’ Peinzend staart Brit voor zich uit, ze weet het antwoord eigen- lijk al. ‘Ik kan niet leren als pa en ma ruzie hebben,’ valt hij uit. ‘Ik snap het. Waarom denk je dat ik een jaar langer over mijn studie doe?’ ‘Dat is waar,’ beaamt Matthijs. ‘Maar ik heb een goed voorstel.’ ‘Oké, ik ben benieuwd, zus.’ ‘Ik ga je helpen,’ antwoordt ze spontaan. ‘Super,’ grijnst Matthijs. ‘Maak jij mijn toetsen dan ook?’ ‘Dat zou je wel willen, broertje!’ ‘Hoe wil je me dan gaan helpen?’ ‘Ik overhoor je huiswerk, maar ik ben wel streng,’ voegt ze eraan toe. ‘O,’ reageert hij weifelend. ‘Maar dan...’ ‘...gaat het niet door zeker?’ Brit wil alweer opstappen. ‘Wacht even!’ Hoopvol kijkt Matthijs haar aan. ‘Denk je dat het lukt?’ ‘Jawel, als jij er voor gaat.’ ‘Dat snap ik, maar...’ aarzelt Matthijs. ‘Geen gemaar, je moet gewoon je best doen,’ dringt Brit aan. ‘Goed dan,’ glimlacht hij weer en geeft haar een boks. Even later lopen Brit en Matthijs de keuken binnen. Vader is druk bezig om de boodschappen op te ruimen. ‘Hallo!’ begroet hij hen vrolijk en hij zet nog een paar flessen in de bergkast. ‘Je hebt veel wijn gekocht,’ merkt moeder op. ‘Dat klopt,’ antwoordt vader. ‘Maar deze is in de reclame.’ Moeder zucht. ‘Was dat nou nodig?’ ‘Doe toch niet zo moeilijk,’ reageert hij luchtig. ‘Ik weet het niet, Michel. Je hebt hulp nodig.’ ‘Welnee, ik heb het heus wel in de hand.’