9789033130434

9 - 1 - Den Haag, Frederikkazerne ‘Kom binnen!’ klinkt het aan de andere kant van de deur. Demilitair voor dedeur drukt deklinkomlaag, opent deze voorzichtig en stapt binnen. ‘Kolonel Smit! Gaat u zitten,’ wijst de man achter het bureau. Smit salueert. ‘Goedenavond, generaal-majoor. Uwilde mij spreken.’ Achter het bureau zit een licht kalende man met een opvallend jong uiterlijk voor een generaal-majoor. Zijn grijsblauwe ogen nemen de kolonel nauwkeurig op. ‘Inderdaad... Het spijt me dat het op dit late tijdstip moet, maar dat heeft een reden.’ Hij pakt een vel papier van zijn bureau en legt dat voor Smit neer. ‘Lees eerst maar.’ Kolonel Smit kijkt de generaal-majoor even onderzoekend aan, en leest dan de brief. Na enkele regels vernauwen zijn ogen zich. Als hij alles heeft gelezen, kijkt hij op, in afwachting van nadere toelichting. ‘Ik heb één vraag waar ik graag één antwoord op krijg. Maar ... zodra u deze ruimte hebt verlaten, bent u zowel de vraag als het antwoord vergeten. Is dat duidelijk?’ ‘Meer dan duidelijk, generaal-majoor!’ antwoordt Smit. ‘Goed, de vraag is of je iemand weet die deze klus kan klaren. En niet alleen kan ... maar die dat ook echt doet !’ Even valt er een stilte. ‘Ik kan maar één naam bedenken, generaal-majoor. Maar als ik deze naamnoem,maak ikmemedeverantwoordelijkvooreenonmogelijke klus waar deze man voor wordt geplaatst.’ ‘Zeg het toch maar. Ik hecht veel waarde aan je oordeel,’ moedigt de generaal-majoor hem aan. Kolonel Smit bijt op zijn lip en snuift een keer. ‘Kolonel Ivar vanWaes.’ ‘Fijn dat u mijn gedachten bevestigt,’ glimlacht de generaal-majoor.