9789033130342

18 voorrede bij de eerste uitgave delijk uit 2 Timotheüs 1:13, waar wij lezen van ‘het voorbeeld der gezonde woorden’,waarin Paulus Timotheüs onderwees; eveneens uit Hebreeën 5:12, waar gesproken wordt van’de eerste beginselen der woorden Gods’, en Hebreeën 6:1, waar wij lezen van ‘het beginsel van de leer van Christus’. Bovendien staan er verscheidene korte samenvattingen in de Schrift vermeld, die de hoofdinhoud van de Goddelijke waarheid weergeven, bijvoorbeeld Exodus 20:2-17,Mattheüs 6:9-13, 1 Timotheüs 3:16 en Titus 2:11-14 en vele andere. Deze zijn voorbeelden, naar welke de christelijke kerken, in vroegere en latere tijden, uit de zuivere fontein van hetWoord de voornaamste artike- len van hun heilige godsdienst hebben afgeleid als een onderlinge toetssteen en norm voor de rechtzinnige leer. De ‘Kleine Catechismus’ zet op de meest uitnemende wijze en orde de beginselen van het christelijk geloof uiteen. Het zou te ver voeren hier een afzonderlijke analyse of verdeling van de verscheidene waarheden der godgeleerdheid naar de orde der Catechismus te geven. In het algemeen echter kan de wijze van behandeling samengevat worden in deze vier hoofdartikelen, namelijk: het hoofddoel, de enige regel, het heerlijke voorwerp en het grote onderwerp van de christelijke godsdienst. 1. Het hoofddoel van de christelijke godsdienst: dit is de verheerlijking van God en de verlustiging in Hem voor eeuwig, vraag 1. 2. Wij vinden de enige regel van de christelijke godsdienst beschreven: ten eerste, naar de inhoud, welke is het Woord van God, vervat in de Schrif- ten van het Oude en Nieuwe Testament, vraag 2; ten tweede, naar haar voornaamste delen, namelijk: eerst wat de mens aangaande God heeft te geloven en dan de plicht die God van de mens eist, vraag 3. 3. Het heerlijke voorwerp van de christelijke godsdienst, namelijk God; beschouwd, ten eerste, naar Zijn wezen: in Zijn geestelijke natuur, in Zijn oneindige volmaaktheden en in Zijn allervolmaaktste eenheid en eenvoud, vraag 4 en 5; ten tweede, naar Zijn betrekkingen, of persoonlijk: in de drie onder- scheidene Personen der Godheid en in de eenswezendheid en absolute gelijkwaardigheid van deze Personen, vraag 6; ten derde, naar Zijn werkzaamheden: in Zijn daden en werkingen, hetzij

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==