9789033130243

9 groep. Dan gingen er mensen mee die op vakantie waren op het park dat bij de manege hoort. Nu zijn de vakanties dus voorbij. Nu heeft niemand meer tijd. Het wordt ook eerder donker. In het donker rijden is niet zo fijn. ‘Stom, vind je ook niet, Muis?’ moppert ze tegen de grijze pony. Muis schudt haar hoofd en briest. Het is net alsof ze zegt: dat is niet stom. Dat weet je best. ‘Ja, dat weet ik ook wel,’ praat Iza verder. ‘Maar ik ken de regels toch wel? En de weg ken ik ook heel goed.’ ‘Dat kan wel zijn,’ zegt mama. Ze leunt tegen de box. Iza heeft haar helemaal niet aan horen komen. ‘Toch is het beter dat je eerst je ruiterbewijs haalt. Om auto te mogen rijden haal je je rijbewijs.’ ‘En voor paardrijden je ruiterbewijs,’ vult Iza aan. ‘Moet je dat hebben?’ ‘Nee. Zonder rijbewijs mag je niet autorijden. Maar een ruiter- bewijs is niet verplicht. Toch is het goed om een ruiterbewijs te hebben. Dan weet je zeker dat je alles weet en kunt om veilig een buitenrit te maken.’ ‘Kunt?’ vraagt Iza. Mama knikt. ‘Je moet niet alleen de regels weten. Mag een paard op het fietspad of niet? Dat soort dingen. Je moet ook goed met een paard om kunnen gaan. Wat doe je als een paard schrikt? Kun je met je paard door een smalle doorgang?’ Iza aait Muis over haar neus. ‘Hmm, Muis houdt daar niet van.’ ‘Veel paarden houden daar niet van. Je moet daarom met ze oefenen. Ze moeten verkeersmak zijn. Zo heet dat.’ ‘Mam, mag ik mijn ruiterbewijs halen?’ Mama knikt langzaam. ‘Ja, dat mag. Weet je wat? Er zijn vast meer kinderen die hun ruiterbewijs willen halen. Ik zal het vragen bij de rijlessen. Dan oefenen we in een groep. Dat is veel leuker.’ ‘Iedereen wil natuurlijk zijn ruiterbewijs halen,’ lacht Iza.