9789033130243

8 Vooral met Storm, zijn eigen paard. Iza snapt dat best. Zelfs de stal uitmesten is leuker dan huiswerk maken! ‘Ga nou maar.’ Job wappert met zijn hand naar de deur. ‘Ik ga al, hoor.’ Wil dan niemand een buitenrit met haar maken? In de zomer- vakantie reden ze bijna elke avond. Een paar weken geleden zijn de scholen weer begonnen. Papa en mama hebben bijna geen tijd voor een buitenrit. ‘We hebben het druk, Iza,’ zeggen ze steeds. ‘Over een poosje gaat het beter,’ belooft papa dan. Ze merkt er niets van. Hoelang duurt een poosje eigenlijk? Papa en mama staan te praten bij de box van Jumper. Jumper is het paard van papa. Hij kan supergoed springen. ‘Kunnen we nog een buitenrit maken?’ Papa lacht en mama zucht. ‘Nee, Iza,’ zeggen ze tegelijk. ‘Je zeurt.’ Dat zegt mama. ‘Het komt wel weer, meis.’ Dat zegt papa. ‘Ook niet eventjes?’ wil ze zeggen. Maar papa en mama kijken zo streng. Ze hoeft het niet te proberen. Dat weet ze als ze zo kijken. ‘Mag ik dan alleen? Het kleine rondje en ik ga alleen maar in stap,’ belooft ze meteen. ‘Echt niet, Iza.’ Ze hoort aan de stem van mama dat ze nu niet verder moet zeuren. ‘Dan ga ik maar even bij Muis kijken.’ Ze sloft naar de box van Muis. Ze heeft zo vaak buiten gereden. Met Job. Met papa. Met mama. Met hen samen. In de zomervakantie reden ze vaak met een grote

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==