9789033130243

14 toch niet gevraagd hebben?’ Iza wist niet goed wat ze moest zeggen. ‘Misschien mag je volgend jaar wel.’ ‘Daar heb ik nu toch niets aan?’ Maud stampvoette. ‘Dat is waar,’ had Iza gezegd. Misschien was het toch wel een goede beslissing van de vader en moeder van Maud. Dat bedacht ze later. Maud is ongeduldig en wordt snel boos. Als je met paarden omgaat, moet je juist geduldig zijn. Stel je voor dat Maud boos of ongeduldig wordt als ze een buitenrit maakt. Arm paard! Het zou er niets van snappen. Als een paard iets niet snapt, kan het raar reageren. Dat kan heel gevaarlijk zijn. Nee, het is goed dat Maud niet meedoet. Iza neemt een slokje limonade. ‘Hé, Iza, waar blijft je moeder?’ vraagt Abel. Iza haalt haar schouders op. ‘Net had ze telefoon. Ze zal zo wel komen.’ ‘Oké,’ knikt Abel. Hij leunt achteruit op zijn stoel. Maud zou op het puntje van haar stoel zijn blijven zitten. Ze zou draaien en wiebelen tot haar moeder kwam. Zo is Abel niet. Dat is goed. ‘Moeten we veel leren, Iza?’ vraagt Noor. Noor vindt het moeilijk op school. ‘Best wel,’ zegt Iza eerlijk. ‘Dat lukt nooit,’ zucht Noor. ‘Jawel!’ zegt Iza. ‘We gaan veel oefenen,’ zegt Emma. ‘Ik weet niet, hoor,’ zegt Noor zacht. ‘Je weet ook al veel,’ zegt Iza. ‘Hoe je tegen een paard moet praten en zo.’ ‘Ik haal het nooit,’ fluistert Noor. ‘Natuurlijk wel,’ zegt Seth. ‘Anders had de moeder van Iza je niet

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==