9789033130069

9 HOOFDSTUK 1 Langzaam wordt Esmé wakker en komt overeind. De morgenzon piept tussen haar gordijnen door. Van haar nachtkastje pakt ze haar telefoon. Het is bijna half acht. Staan er nu al twintig nieuwe berichtjes in de hut-app? Snel drukt ze haar telefoon uit. Met een plof valt ze terug in haar kussen. Haar Engelse lesboek klettert op de grond. Tot diep in de nacht had ze geleerd. Het lukte maar niet om al die Engelse woorden in haar hoofd te stampen. Vandaag heeft ze een repetitie. Ze gooit het dekbed van zich af, stapt over een shirtje heen en gooit het raam open. De frisse ochtendlucht ademt ze diep in. De zon probeert al boven het huis van haar hartsvriendin Noor te klimmen. Het belooft weer een mooie, warme voorjaarsdag te worden. Esmé laat haar ogen over de grote loods op het erf en de lege par- keerplaatsen voor de vrachtwagens dwalen. Bij het bruggetje zal ze straks samen met Simon Noor oppikken om naar school te gaan. Ze moet snel weer eens met Noor afspreken om te logeren. Dat is altijd zo gezellig. Lekker lang samen kletsen, met een fles cola en chips bij de hand. Hoewel ... Water en een stuk komkommer zouden beter zijn, denkt ze, terwijl ze haar buik intrekt. Haar blik zwerft verder tussen de hoge bomen door. Hé, fietst daar iemand over het schelpenpad? Ze knijpt haar ogen samen. Het is nog te schemerig om het goed te zien. Iemand fietst voorovergebo- gen over het pad dat voor het terrein langs gaat en tussen de bomen verdwijnt. Vreemd, op dat pad fietst nooit iemand. Behalve haar vrienden dan. Het pad slingert tussen de bomen door naar hun hut. De hut.

RkJQdWJsaXNoZXIy