9789033130045

- 17 - hoop dat het pijpenstelen regent.’ Hij laat er een grote vloek op volgen. ‘Mag jij wel zulke lelijke woorden zeggen van je moeder?’ vraagt Jan. ‘Want jouw moeder lijkt ook wel een beetje op een fijne.’ Huibert wordt rood. Hij weet even niets te zeggen, maar hij herstelt zich snel. ‘Jon- gens, dat laten we niet zomaar gebeuren! We zullen die lui eens flink laten schrik- ken. Zo erg, dat die dominee nooit meer durft te komen.’ ‘Ha, dat is een goed plan!’ valt Dirk hem bij. ‘Maar dat moeten we wel goed voor- bereiden. Eigenlijk moeten we eerst wat meer weten.’ ‘Waar willen ze die dominee laten preken, Jan?’ vraagt Huibert. ‘Volgens mij in een groot weiland. Maar ik kan het wel aan iemand vragen die meer van de plannen weet. Want die fijnen nodigen elkaar allemaal uit. Het nieuws gaat als een lopend vuurtje door heel de Hoeksche Waard.’ Die zondagochtend gaan de drie vrienden heel vroeg op pad. Het is nog donker. Ze moeten ver lopen, maar daar geven ze niet om. Alle drie wonen ze op een boerderij aan de Nieuwendijk. Ze hebben gevraagd naar de plaats waar de dominee zal pre- ken. Het is in een weiland dicht bij het dorp Zuid-Beijerland. In een weiland staat natuurlijk geen preek- stoel. Daarom is er op zaterdagavond een boerenwagen neergezet waar de dominee op kan staan. Er zijn een paar mooie kle- den over gehangen, zodat je niet zo goed kunt zien dat het een wagen is. ‘Jongens, we moeten daar eerst heel voor- zichtig om ons heen kijken,’ zegt Huibert. ‘Niemand mag ons zien. Want als ze ons zien, valt het hele plan in duigen.’ ‘Weet je wat?’ zegt Dirk. ‘Als we gewoon op de weg lopen, ziet iedereen ons. We kunnen beter dwars over het land lopen.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==