9789033129940

11 ‘Geeft niet, je ziet het wel. Ik heb een fles water, wat brood en twee peren voor onderweg. Zie je hoe goed ik voor mijn kleine broertje zorg?’ Victor haalt zijn schouders op en heel even lijkt Audric boos te wor- den. Dan schiet hij in de lach en grijnst: ‘Niet goed? Ah, je mist de eieren natuurlijk. Tja, die zijn nu lastig mee te nemen.’ Nog nooit is Victor in de kerk van Laval geweest. Deze kerk is veel groter dan hun simpele dorpskerk met de fletse muurschilderingen. Vol ontzag kijkt hij om zich heen. Hij vergeet zelfs zijn voeten die zeer doen door de lange wandeling. Zware pilaren steunen als een bos van steen de hoge gewelven. In hun kerk is maar één altaar, hier telt hij er meer dan tien. De avondzon valt door de gebrandschil- derde ramen naar binnen en geeft de ruimte een hemelse gloed. Een priester staat te praten met een groepje gelovigen. ‘Wat doen we hier?’ fluistert Victor. ‘Hier moeten we vannacht zijn,’ antwoordt Audric zacht. ‘We laten ons insluiten. Zie je die pilaren aan het begin van het koor? Daar verstoppen we ons. Elk achter een pilaar. Komt er iemand, schuif dan rond de pilaar zodat je uit het zicht blijft. Word je betrapt, wat moet je dan doen?’ ‘Weghollen?’ ‘Nee, sufferd. Dan sluit je je ogen en doe je alsof je bidt. Dan ben je zogenaamd de tijd vergeten. Hang een zielig verhaal op over een zieke opoe en ze geloven je. Begrepen?’ Victor krijgt een duw in zijn rug en struikelt naar een van de pilaren in het koor van de kerk. Met bonzend hart gaat hij achter een pilaar staan. Hij durft niet te kijken wat er verderop in de kerk gebeurt. Audric heeft een goede verstopplek uitgekozen. De bezoekers gaan door de hoofddeur de kerk uit en die is helemaal aan het andere eind van de kerk. Maar wat wil zijn broer stelen? Diefstal uit de kerk is nog erger dan gewoon stelen. Stelen in het huis van God ... God ziet alles, dat zegt priester Migoret altijd. Victor krijgt het benauwd als hij aan de vriendelijke, oude père Migoret denkt. Van hem hebben hij

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==