9789033129834

‘Benjamin!’ klinkt het ineens. ‘Hier ben ik.’ Voor de in- gang van het receptiegebouwstaat een jongenmet kort, blond haar te zwaaien. Op zijn spijkerbroek draagt hij een oranje polo. ‘Hé, Jack!’ Benjamin rent zijn neef tegemoet, die zijn fiets naast de ingang van de receptie heeft gezet. ‘Stond je al lang te wachten?’ Jack kijkt op zijn horloge. ‘Ik denk een kwartier. Wat gaaf dat jullie hier ’n week blijven. Van wie zijn de fietsen?’ Hij wijst naar de auto. ‘Van Olivia en mij.’ ‘Hé, neefje.’ Olivia slaat haar armen om Jack heen. ‘Echt lang geleden dat we elkaar hebben gezien.’ ‘Veel te lang geleden,’ vindt Jack. Hij begroet zijn oom en tante en geeft Nora een high five. ‘Hé, grote nicht van me. Wat zie jij wit. Heb je last van wagenziekte?’ ‘Nee-ee.’ Benjaminschudt zijnhoofdenkijkt Jackmet een serieus gezicht aan. ‘Nora heeft last van de geheimzin- nige T.W.-ziekte.’ ’T.W.-ziekte?’ Jack kijkt hem vragend aan. ‘Daar hebben we in Friesland geen last van.’ ‘Maar wel als je uit Rotterdam komt,’ valt Olivia haar broer bij. De ogen van Jack glinsteren. Hij begrijpt dat de tweeling hun zusje voor de gek houdt. ‘Wat betekenen de letters T en W?’ Benjaminkucht eenkeer. ‘TeveelWinegums,’ zegthij dan, terwijl hij ernstig knikt. ‘Heel vervelend. Je wordt eerst wit, daarna misselijk en dan ...’ Hij maakt een gebaar alsof hij overgeeft. ‘Zo is het wel genoeg,’ vindt moeder. Ze slaat een arm 9

RkJQdWJsaXNoZXIy