9789033129834

die jullie van oma hebben gekregen?’ ‘Ik heb er twee op,’ zegt Olivia gelijk. ‘En ik drie.’ Benjamin kijkt met een triomfantelijke blik naar zijn zusje. ‘En jij?’ ‘Dat ... dat weet ik ... niet meer. Ik heb ze niet geteld.’ ‘Het waren er ontelbaar.’ Benjamin schiet in de lach. ‘Logisch dat je misselijk bent.’ ‘Gaat het, of moet ik stoppen?’ wil vader weten. ‘Kijk.’ Hij wijst naar een plaatsnaambord. ‘We zijn inMakkum.’ Nora zucht diep. ‘Met het open raampje gaat het een stuk beter.’ Benjaminheeft intussenzijntelefoongepaktenapptnaar zijn neef Jack, die in Makkumwoont: Wij rijden Makkum in. Ben je er al? Bijna gelijk krijgt hij antwoord: Ik sta bij de receptie. ‘Jack staat bij de receptie op ons te wachten. Echt leuk dat we hier op vakantie gaan.’ ‘Mooi zo.’ Vader kijkt via de achteruitkijkspiegel even naar Benjamin. ‘Jij hebt er zin in zo te horen.’ ‘Echt wel.’ ‘Maar wij ook.’ Moeder kijkt met een tevreden gezicht naar buiten. ‘Zo vaak zie ik mijn zus en zwager niet.’ Benjamin zit intussen met zijn neus tegen het raam. Rechts ziet hij het haventje van Makkum. ‘Gaaf, er lig- gen oude zeilschepen.’ ‘Daar gaan we snel een keer kijken,’ zegt vader. Hij wijst naar de navigatie. ‘Over tweehonderdmeter moeten we er zijn.’ Op de parkeerplaats van het vakantiepark springt Ben- jamin als eerste uit de auto. Waar is Jack? Hij kijkt rond. Hij moet hier zijn, maar ... 8

RkJQdWJsaXNoZXIy