9789033129766

9 ‘Laten we het dan maar proberen,’ stemt Evi toe. De laatste tijd zijn ze zo vaak te laat thuis geweest. Ze doen het heus niet expres. Het gebeurt gewoon. Maar dat geloven ze thuis niet. ‘Smoesjes,’ zeggen ze. Evi hangt haar zwemtasophaar rugendievanSemvoorhaarbuik. Sem houdt de fiets vast. Voorzichtig gaat ze zitten met haar voeten aan de kant van de stoep. Sem rijdt slin- gerend weg. ‘Oehhh,’ gilt Evi.Ze grijpt Semomzijnmiddel.Vanschrik maakt hij een extra grote slinger. ‘Dat wordt niets,’ gilt Evi. ‘Ik wil eraf!’ Maar Sem fietst door. ‘Kan best, even wennen,’ hijgt hij. Hij heeft gelijk. Het gaat beter. Het slingeren wordt minder. Misschien komen ze toch nog op tijd thuis. ‘Denk je dat je vader en moeder boos op je zijn omdat je fiets weg is?’ ‘Huh? Ik kan er toch niets aan doen?’ ‘Daarom kunnen ze toch wel boos zijn,’ zegt Evi. ‘Hij was pas nieuw.’ ‘Nee joh.’ Sem kijkt achterom. ‘Natuu...’ Hij maakt een enorme slinger.Die auto! Hij geeft een ruk aan het stuur. Nu gaat de fiets recht op de stoeprand af. ‘Hooo,’ roept hij. Hij kan de stoeprand net ontwijken. Boem! Ineens liggen ze op de grond. ‘Mijn voet,’ kreunt Evi. Een meneer rent naar hen toe. ‘Gaat het?’ Hij helpt Sem opstaan. Zijn knie bloedt en zijn elleboog ook. Evi gaat zitten. Met twee handen houdt ze haar voet vast. Ze heeft een grote schram op haar gezicht.

RkJQdWJsaXNoZXIy