Julia's zoektocht

7 Hoofdstuk 1 ‘Julia!’ Met een schok schuift Julia rechter op haar stoel en kijkt de leraar verschrikt aan. Zijn bruine ogen zijn bijna zwart en hij heeft een diepe frons in zijn voorhoofd. ‘Ik heb je al eerder gewaarschuwd,’ gaat meneer Van Loosduinen verder. ‘Je praat te veel. En te hard. Nog één keer en je kunt eruit. Heb je me gehoord?’ Julia knikt en laat zich berustend terugzakken op haar stoel. Het is altijd hetzelfde liedje bij Van Loosduinen. Iedereen praat, maar zij wordt eruit gepikt. Voor haar is het al lang duidelijk: hij mag haar niet. Ze kijkt naar de lange gestalte van de leraar die nu met zijn rug naar de klas toe staat. Hij schrijft een ingewikkelde wiskundesom op het bord. Verlangend kijkt Julia naar buiten. Het is voorjaar en de zon schijnt uitbundig. Ze heeft zin om lekker te zwemmen of te chillen met haar vriendinnen. Beter dan hierbinnen in het lokaal te zitten bij een leraar die haar niet mag. ‘Wie wil voor mij deze som afmaken?’ Meneer Van Loosduinen kijkt vragend de klas rond. De meeste leerlingen zitten onderuitgezakt. Sommigen fluisteren met elkaar. ‘Niemand wil het proberen?’ Julia maakt zich zo klein mogelijk en kruipt achter haar buurvrouw weg. ‘Ellen, kom jij eens naar voren.’ Julia herademt. Gelukkig, daar komt ze makkelijk vanaf. Een geluk

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==