Alarm!

8 ‘Sander en Mark, help die jongen zo op de kant,’ zegt Jeroen. Sander loopt naar de waterkant. Mark komt bij hem staan. Inmiddels heeft de brandweerman op de slee het wak bereikt. De jongen tilt zijn hoofd een eindje op. Sander zucht. Hij leeft dus nog. De brandweerman laat zich voorzichtig op het ijs glijden en duwt de slee onder de buik van de jongen het water in. Daarna helpt hij hem om de handvatten van de slee vast te pakken en gaatbovenopde jongenliggen.Met zijnvrijehandseinthijnaar de brandweerman op de kant. Die begint de lijn weer binnen te halen. De slee glijdt over het ijs naar de kant. Daar staan Sander en Mark klaar. Samen pakken ze de jongen bij eenarmentrekkenhemvandeslee.Wat zietde jongeneruit! Zijngezicht is spierwit enlodderigkijkthijhenaan.Voorzichtig proberen ze of hij nog op zijn voeten kan staan, maar dat gaat niet. Klappertandend zakt hij door zijn knieën. Gelukkig heb- ben Sander en Mark hem stevig vast. Deambulancebroeders trekkenzosnelmogelijkdenattekleren van de jongen uit. Daarna wordt hij in de dekens gewikkeld en leggen ze hem op de brancard. De vrienden van de jongen kijken toe hoe hij door de broeders de warme ambulance wordt in gereden. Sander bukt zich en helpt de brandweerduiker van het ijs af. Een van de broeders stapt de ambulanceweer uit. ‘Ik annuleer de traumahelikopter. We brengen hem zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. Hij is flink onderkoeld geraakt. Het water is zo koud dat zijn lichaam al het mogelijke doet om zijn vitale 2. vitale organen - Denk aan hart, nieren en longen.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==