Pas op voor de boef

11 de dag duurt zo lang. hij kijkt uit het raam. op straat loopt peer met de pet. jip kijkt blij. dat is het! peer pakt de boef wel. dan sluit hij hem op. dat is peer zijn werk. jip wacht tot de bel gaat. dan trekt hij lis mee. jip rent de straat op. ‘niet op de weg!’ roept peer. ‘wil je soms een bon?’ ‘brok was op school!’ roept jip. peer zet zijn pet recht. ‘krijgt hij les?’ ‘nee! hij heeft mijn snoep. het is een dief!’ roept lis. ‘snoep?’ vraagt peer. ‘geen geld?’ hij duwt jip en lis weg. ‘ga dan maar naar huis. snoep is troep.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==