Iza, onrust op de manege

7 Snel gaat Iza naar de box van Muis. ‘Heb je het gehoord, Muis?’ Iza slaat haar armen om de nek van de muisgrijze pony. ‘Je bent eindelijk beter!’ Muis snuffelt aan haar zakken. Iza haalt een handje biks. Muis snoept het lekker op. ‘Als ik taart maak ...’ ‘Krijgt hij ook een stukje?’ vraagt een onbekende stem. ‘Nee joh,’ zegt Iza terwijl ze zich omdraait. Er staat een meisje met kroeshaar en donkere ogen. Een knalgeel jurkje steekt vrolijk af bij haar bruine huid. ‘Paarden mogen geen taart.’ Iza dempt haar stem. ‘Van mijn moeder mogen ze ook geen suikerklontjes, maar Muis is er gek op.’ ‘Dus geef je ze stiekem,’ zegt het meisje. ‘Soms,’ bekent Iza. ‘Ik ben Iza. Hoe heet jij?’ ‘Esra,’ zegt het meisje. ‘Is Muis jouw pony?’ ‘Ja,’ zegt Iza trots. ‘Maar Muis is ook een lespony hoor.’ ‘Als hij weer beter is,’ begrijpt Esra. Iza knikt. ‘Muis is trouwens een zij en geen hij,’ zegt ze. ‘Sorry.’ ‘Geeft niet. Heb je wel eens paardgereden?’ ‘Nee, nog nooit.’ ‘Heb je je opgegeven voor de vakantielessen?’ Esra schudt haar hoofd. ‘De meeste mensen komen hier voor de paarden,’ zegt Iza. ‘Wij niet. Wij gaan verhuizen, maar ons nieuwe huis is nog niet klaar.’ ‘Dan blijf je toch in je oude huis wonen?’ zegt Iza. ‘Dat kon niet, want dat was al verkocht. Daarom wonen we nu een poosje hier.’ ‘Vraag aan je vader en moeder of je op les mag,’ stelt Iza voor. Esra geeft geen antwoord, maar komt de box in.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==