Een warm geheim

15 Nu is Thijs aan de beurt. Oei, waar is het ook alweer? Hij kijkt naar Job. Die wijst waar het is. Wat naar! De letters dansen gewoon door. ‘Kom Thijs,’ zegt de juf. ‘Probeer het maar.’ En dan leest Thijs. ‘De soep loop ... loopt in de tuin. Zij ziet ... een gum.’ De kinderen lachen erom. De soep? Er staat poes. Een gum? Er staat mug. Maar juf zegt: ‘Stop! Wij lachen elkaar niet uit in de klas. Thijs denkt vast nog aan zijn oom en aan de Oek. Of niet, Thijs?’ Thijs knikt. Zijn wangen zijn vuurrood. Hij wil wel onder de bank kruipen. Juf geeft een knipoog. ‘Weet je wat, Thijs? We gaan nu naar gym. En vanmiddag mag je over de Oek vertellen. Dat heb ik beloofd.’ Thijs schudt zijn hoofd. Hij vertelt niets meer! Na schooltijd praat juf even met hem. ‘Jij vindt lezen zeker wat moeilijk, Thijs?’ Thijs krijgt een kleur. ‘Mijn letters dansen, juf. En dan lachen de kinderen erom. Daarom hou ik er niet van. Rekenen is veel leuker.’ De juf denkt even na. ‘Wil je echt niet over de Oek vertellen? Iedereen vindt het spannend om iets over zo’n ver land te horen.’ Maar Thijs schudt weer zijn hoofd. ‘Nee juf, ik vertel niets. Ze lachen me vast weer uit.’

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==