Feest

13 wat staat er in de brief? tim komt uit school. hij rent het huis in. hij roept: mam, mam, mag ik naar bart? bart heeft een hond. hij is nog heel klein. hij ligt in een mand. en hij piept, want hij kan nog niet blaf‑fen. ho, ho, roept mam. niet zo druk doen, tim. straks mag je naar bart. kijk eens. er is een brief. o, zegt tim. is die echt voor mij? wat staat er in? maak hem maar o‑pen, zegt mam. dan lees ik wel voor. mam leest: dag tim, je hebt een prijs. je mag mee met de bal‑lon. hoog in de lucht.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==