Feest

11 een brief bij de post er loopt een man op straat. hij heeft een grijs pak aan. grijs met rood. de man heeft een tas bij zich. die tas is heel dik. er zit veel post in. de man brengt de post rond. wat is er veel post, denkt hij. een kaart voor jos. en een brief voor o‑ma lien. de man van de post werkt hard. de post‑man pakt een brief uit zijn tas. hij kijkt wat er op de brief staat. hij loopt naar het eind van de straat. daar staat het huis van tim. nog eens kijkt de man naar de brief. en dan... plof! de brief gaat in de bus. de post‑man kijkt blij. wat fijn voor tim, denkt hij. in die brief staat vast iets leuks.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==