Hosanna!

12 gemaakt? Wat een werk moet dat geweest zijn! ‘Met het paasfeest ga ik hier bidden,’ zegt vader. Lucas’ blik gaat richting het tempelplein. Daar ziet hij inderdaad wat mensen bidden, maar hij ziet ook genoeg andere dingen die hij interessant vindt. Wat een bedrijvigheid, hier op het plein. De schapenver- koper die ze volgden, is al druk aan het onderhande- len over de prijs van zijn dieren. ‘Prachtige duiven, goedkope duiven!’ hoort hij ver- derop roepen. Hij ziet ook tafeltjes met allemaal geld erop. De mensen die erachter zitten, moeten wel heel rijk zijn! O, kijk, er komen mensen hun geld bij hen omwisselen. ‘Schapen en duiven kun je hier kopen om te offeren bij de tempel. En als je uit het buitenland komt, net als wij, kun je hier je geld wisselen,’ legt vader uit. ‘Daar!’ wijst Lucas. ‘Daar vader! Daar is nog een prachtig plaatsje voor ons op het tempelplein. Er zijn hier zoveel mensen. We gaan vast heel veel verko- pen!’ Triomfantelijk over zijn goede plan kijkt Lucas vader aan. ‘Ik dacht het niet,’ zegt vader. ‘Het is hier een herrie van jewelste. Geen mens kan hier fatsoenlijk zijn gebed doen. Nee, daar doe ik niet aan mee.’ Zachtjes duwt hij Lucas bij de tempelpoort vandaan. Vader regelt een plaatsje op de markt, vóór het tempel- plein. Daarmee is Lucas ook wel tevreden. Ze zitten in elk geval vlak bij het tempelplein. Daar kan hij straks nog wel een kijkje gaan nemen. Lucas sorteert de kleding op kleur: de bruine tuni- ca’s bij elkaar, dan de tunica’s die wat gebleekt zijn en daarnaast de witste tunica’s. De tunica’s die het

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==