Hosanna!

11 Het voorhangsel scheurt Een vuil kleed ‘Waar zullen we onze stoffen gaan verkopen?’ vraagt vader zich hardop af. Gisteren zijn ze na hun lan- ge reis uit Griekenland aangekomen in Jeruzalem. Lucas heeft een Griekse moeder en een Joodse vader. Vader vindt het belangrijk om elk jaar rond deze tijd in Jeruzalem te zijn. Dan kunnen ze in Jeruzalem het paasfeest vieren. Vader wil ook meteen handeldrij- ven. Zijn werk kan niet zomaar wekenlang stilliggen, vindt hij. Lucas doet een stap naar voren en kijkt links de straat in. Zou hier een geschikt plekje zijn? ‘Hé, loop me niet voor de voeten, jochie!’ Lucas schrikt als hij aan de kant wordt geduwd. Een han- delaar stuurt zijn schapen precies langs hen heen, rechts de straat in. Lucas ziet dat de meeste mensen naar rechts gaan. Waar veel mensen komen, kun je ook veel verkopen. ‘Deze kant op, vader!’ zegt hij dan. Ze sjouwen de marktwaar, op hun rug, verder Jeruzalem in. ‘Is dit nou de tempel?’ Er klinkt bewondering in de stem van Lucas. Moet je die grote stenen eens zien en al die gebouwen! Hoe zouden ze dit toch hebben

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==